W13

Food Act 13 gaat actief op zoek naar 200 ton voedseloverschotten per jaar bij warenhuizen, lokale handelaars en landbouwers om die via sociale activering (tewerkstelling voor kansengroepen) te herverdelen aan mensen in armoede. Die bereiken we via 40 à 50 voedselverdeel- en sociale organisaties in onze regio, waaronder 14 OCMW’s en CAW Zuid-West Vlaanderen. Daarnaast ondersteunen we lokale initiatieven op verschillende vlakken.

Probleemstelling

Het huidige voedselsysteem veroorzaakt heel wat uitdagingen. Wat betreft voedselverspilling waren er in Vlaanderen in 2015 907.000 ton voedselverliezen over heel de keten. En de klimaatimpact van voedsel dat we thuis weggooien, komt neer op een uitstoot van 678 000 ton CO2 per jaar. En dan is er nog voedselarmoede…

Meer dan 10% Vlamingen leeft met een armoederisico. Armoede is een netwerk van intens met elkaar verweven sociale uitsluitingen op verschillende domeinen zoals inkomen, onderwijs en werk maar ook voeding. Zo leven 6 op de 100 Vlamingen in materiële deprivatie. Tewerkstelling kan mensen uit de armoede halen maar het ontbreekt sommige mensen ook aan vaardigheden en competenties. Een leerwerkplaats is hier noodzakelijk.

Oplossing

Food Act 13 gaat actief op zoek gaan naar verse producten zoals overschotten van de REOveiling, warenhuizen, lokale handelaars en landbouwers. Afspraken met de Voedselbank hierover zijn reeds gemaakt. Meer nog, Food Act 13 is gelegen zijn bij de Voedselbank West-Vlaanderen wat erg uniek is.

Het is dus meer dan een logistiek distributiecentrum en moet als kapstok dienen voor andere activiteiten zoals de organisatie van lerende netwerken voor OCMW-medewerkers en vrijwilligers. Er is veel wat af te stemmen en te leren van elkaar: doorverwijzing vanuit OCMW naar voedselverdeelorganisatie, drempels voor klanten in kaart brengen, voedselveiligheid, administratie, winkelinrichting en zo verder.

Doelstellingen project

De naam impliceert het al: ‘Food’ refereert naar voedseloverschotten, ‘Act’ naar activering van mensen in armoede en ‘13’ naar de samenwerking die dit project naar een hoger niveau tilt. Armoede: Food Act 13 heeft als doel bij te dragen tot menswaardige noodhulp en structurele armoedebestrijding. Armoedebestrijding vergt inzet op empowerment, participatie en preventie. Door Food Act 13 besparen mensen in armoede per jaar aanzienlijk die ze kunnen benutten voor andere kosten. Sociale organisaties kunnen winsten benutten om klanten intensiever te begeleiden. Food Act 13 heeft de regio gestimuleerd om empowermentgerichte activiteiten omtrent voeding te ondernemen. Klimaat: Doel van Food Act 13 is de uitstoot van CO2 te verminderen.

POD MI

De federale overheidsdienst Maatschappelijke Integratie verdeelt, in het kader van het Fonds voor Europese voedselhulp, gratis basisproducten aan voedselhulporganisaties. Daarbij werd een project opgestart waarbij verse soep, geproduceerd op basis van groente-overschotten, verdeeld wordt. De productie van de soep gebeurt door ondernemingen in de sociale economie. Het project zet in op de strijd tegen voedselverspilling, armoede, sociale exclusie en werkloosheid.

Probleemstelling

  • Gezondheid en armoede: Uit cijfers blijkt dat mensen die zich in materiële deprivatie bevinden heel wat minder fruit en groenten eten dan mensen die zich niet in materiële deprivatie bevinden.
  • Voedselverspilling: In België zijn er nog steeds een grote hoeveelheid groenten die niet meer verhandeld mogen/kunnen worden maar die wel nog perfect eetbaar zijn (je vindt ze terug bij veilingen, landbouwers, voedingsbedrijven, voedselbanken, …).
  • Sociale exclusie en werkloosheid: Er zijn heel wat maatschappelijk kwetsbare personen die niet terecht kunnen op de arbeidsmarkt en zich hierdoor niet geïncludeerd voelen in de maatschappij

Oplossing

  • Door soep aan te bieden hoopt de POD MI gezonde alternatieven aan te bieden voor ongezonde voedingskeuzes. De aanbeveling voor het eten van groenten is 300 g/dag. Met de soep krijgt de persoon die ervan eet alvast 50-100 g groenten binnen.
  • Wij kopen onverkochte groenten op zodat er soep van gemaakt kan worden die vervolgens gratis verdeeld kan worden aan onze begunstigden.
  • De overheidsopdracht voor dit project was voorbehouden voor de sociale economie. Door de creatie van sociale tewerkstelling voor maatschappelijk kwetsbare doelgroepen geef je deze mensen de kans om een job te vinden, een vast inkomen te verkrijgen en hun integratie in de maatschappij te verbeteren.

Doelstellingen project

Het project is ondertussen enkele maanden geleden van start gegaan. De leveringen van de soep zijn lopend en gaan nog door tot april 2019. We zijn momenteel bezig met het voorbereiden van de evaluatie van het soepproject. Tijdens de evaluatie is het de bedoeling om het gehele verloop van het soepproject in kaart te brengen en verbeterpunten aan te duiden. Daarom zullen tijdens de evaluatie alle aspecten/ fases van het soepproject belicht worden: productie, levering, voedselbanken/opslagplaatsen, voedselhulporganisaties en zullen ook de consumenten van de soep, de eindbegunstigden, bevraagd worden. Op basis van deze evaluatie zal bekeken worden of het project zijn doel bereikt en al dan niet verdergezet zal worden.

Stad Gent

In Gent willen we de voedselverspilling van de warme schoolmaaltijden met de helft verminderen. We deden een nulmeting en werkten vervolgens gerichte acties uit om verschillende aspecten van het probleem te lijf te gaan: van correcte portionering en aangepaste recepten tot sensibilisering voor de leerlingen en een positieve refterbeleving. We experimenteerden ook met het gratis ter beschikking stellen van overschotten via een Freego.
In totaal werd zo al meer dan 19 000 kilo voedsel gered.

Probleemstelling

Uit de nulmeting bleek dat het voedselverlies in Gentse stedelijke
basisscholen, buitenschoolse opvang en kinderdagverblijven rond de 36% lag. Het spreekt voor zich dat de milieu- impact hiervan erg groot is, maar dit heeft ook een financiële weerslag.

De nulmeting en een observatie in de refters brachten een aantal oorzaken naar boven:
• De grootte van de porties was onvoldoende afgestemd op de behoeften van de leerlingen en varieerde van school tot school.
• Ingrediënten die voor sommige kinderen onbekend zijn of die als niet lekker ervaren worden, geven meer aanleiding tot voedselverlies.
• Visuele aantrekkelijkheid is ook belangrijk.
• Peergedrag en groepsdynamieken beïnvloeden het eetgedrag van kinderen.

Oplossing

Om voedselverliest te voorkomen werd in de eerste plaats de grootte van de porties herberekend en aangepast op basis van de aanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad.

Vervolgens werd een smaaktest uitgevoerd met 1430 leerlingen tussen 8 en 12 jaar, op basis waarvan sommige  recepten werden aangepast. Er werd ook aan sensibilisering gedaan via de campagne “wijze (w)eters”.

De volgende stap is om het serveeproces te standaardiseren, en kinderen op een positieve manier te stimuleren hun portie effectief op te eten.

We experimenteerden op 3 scholen met het aanbieden van (op een voedselveilige manier gekoelde) overschotten via Freego’s, en we  werkten samen met foodsavers om onvoorziene overschotten op stakingsdagen te herverdelen.

Doelstellingen project

Bij de nulmeting in 2017 werd vastgesteld dat we gemiddeld 36% weggooien voor de basisscholen, de buitenschoolse opvang en de kinderdagverblijven. We willen die hoeveelheid de komende jaren verkleinen tot maximaal 15% .